Select Your Style

Choose your layout

Color scheme

Ruimtelijke oriëntatie en lichaamsschema

Ik ben Annika van der Vliet en heb een zelfstandige praktijk voor kinderoefentherapie in Woerden. Op ontwikkelingsachterstand.nl zal ik regelmatig schrijven over wat ik dagelijks meemaak in mijn werk met kinderen met een ontwikkelingsachterstand.


Onderdelen van de motorische ontwikkeling: deel 6

In deze blog zal ik het onderdeel ruimtelijke oriëntatie en lichaamsschema toelichten.

Ruimtelijke oriëntatie houdt in dat je positie, richting en afstand kan bepalen. Dit kan in de werkelijkheid, verkleinde-, afgebeelde- en abstracte ruimte zijn. Met werkelijke ruimte wordt de ruimte bedoeld waar in je je bevindt, zoals een huiskamer of een klaslokaal met de aanwezig meubels. Een verkleinde ruimte is bijvoorbeeld een model van een kasteel of kleine voorwerpen zoals poppetjes. Met de afgebeelde ruimte worden dingen bedoeld zoals foto’s, kleurplaten en prentenboeken. Met abstracte ruimte worden werkbladen met geometrische vormen, kralen, letters en cijfers bedoeld. Onder ruimtelijke oriëntatie vallen ook de ruimtelijke begrippen zoals voor, achter, naast, op, onder, naar, door, dichtbij, veraf, schuin, links en rechts. Het is belangrijk dat het kind een idee heeft waar hij of zij zich bevindt in een ruimte. Wanneer een kind problemen heeft in de ruimtelijke oriëntatie kan het kind tegen andere mensen of voorwerpen aanbotsen of gemakkelijk ongelukken krijgen. Ook kan het moeite hebben met het interpreteren van plaatjes in boeken en moeite met richting houden op werkbladen. Problemen in de ruimtelijke oriëntatie kunnen zich ook uiten bij het schrijven en rekenen.

Er bestaan app’s om de ruimtelijke oriëntatie te verbeteren.
Hieronder een paar voorbeelden:

  • Block a doodle do
  • Tunnel Trouble
  • Flow Free
  • Kid’s Cube
  • Match it up
  • Toca Builders
  • Kenny HD

Het lichaamsschema kent drie aspecten. Het lichaamsbesef, het lichaamsplan en het lichaamsidee. Een goed lichaamsschema is nodig om een beweging te kunnen uitvoeren. Het lichaamsbesef is het kunnen benoemen en/of aanwijzen van lichaamsdelen, weten wat je met je lichaam kunt en waar de beweging plaats vindt. Het lichaamsplan zijn de bewegingspatronen die geautomatiseerd zijn zoals lopen en fietsen. Het lichaamsidee is het beeld dat je van je eigen lichaam hebt. Wanneer een kind problemen heeft in het lichaamsschema heeft het kind problemen met het benoemen en/of aanwijzen van lichaamsdelen. Wanneer het kind niet weet hoe een lichaamsdeel heet en waar het zit, is het ook lastiger om het lichaam aan te sturen en een beweging aan te voelen. Hierdoor kan het kind aarzelen in bewegen. In de praktijk zie ik vaak dat kinderen met fijn motorische- of schrijfproblemen bij het tekenen van een poppetje de armen en handen vergeten te tekenen.

Oefeningen voor de ruimtelijke oriëntatie en het lichaamsschema:

  • eilandenspel: leg tussen 2 eilanden (bijvoorbeeld matten) verschillend materiaal. Het kind loopt, rent, hinkelt, springt over het materiaal naar de overkant. Om het moeilijker te maken kun je opdrachten geven zoals alleen over een bepaalde kleur naar de overkant, of in een bepaald aantal stappen.
  • Kegelspel: teken op een blaadje kegels en laat het kind deze in de ruimte nabouwen. Wanneer het kind een kegel heeft omgegooid met een bal, moet het kind de desbetreffende kegel op het papier doorstrepen.
  • Schatkaart: teken een schatkaart van bijvoorbeeld de woonkamer met een X waar de schat verstopt ligt. Laat het kind zelf de schatkaart lezen om uit te vinden waar de schat verstopt ligt.
  • Lichaamsschema: leg een groot vel papier op de grond. Het kind gaat op het vel papier liggen en wordt overgetrokken. Daarna kan het kind zelf alle lichaamsdelen in zijn eigen lichaam tekenen en schrijven.
  • Blindemannetje: laat het kind geblinddoekt naar een andere locatie lopen door middel van aanwijzingen zoals 5 stappen naar voren, 4 stappen naar rechts, 2 stappen schuin naar rechts.

No Comments

Enroll Your Words

To Top